Jaarverslag 2018

Programmaverantwoording

Wat hebben we bereikt?

Wat hebben we bereikt?

Algemene dekkingsmiddelen

Waar gaan Algemene dekkingsmiddelen, overhead, heffing VPB en onvoorzien over?

Algemene dekkingsmiddelen
Op grond van het besluit begroting en verantwoording worden de algemene dekkingsmiddelen in de gemeentelijke begroting apart zichtbaar gemaakt.
De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit:

Lokale heffingen
Dit zijn opbrengsten uit de gemeentelijke belastingen en heffingen en de daarmee samenhangende uitvoeringskosten voor de WOZ, de heffing en de invordering.

Algemene uitkering:
Gemeenten ontvangen verschillende geldstromen van het Rijk om hun taken uit te voeren. Een deel van dit geld komt uit het Gemeentefonds en wordt uitgekeerd in de vorm van een algemene uitkering, dit is inclusief de decentralisatie-uitkering sociaal domein. De overige geldstromen (specifieke uitkeringen) worden verantwoord op de programma’s waar deze betrekking op hebben.

Dividend
Hier wordt de opbrengst (dividend) uit de deelnemingen in Vitens en de BNG verantwoord.

Overige algemene dekkingsmiddelen:
Onder de overige algemene dekkingsmiddelen is het taakveld treasury opgenomen. Treasury betreft de financiering van de gemeente. Op dit onderdeel wordt het renteresultaat verantwoord.

Overhead
Als uitwerking van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) heeft de commissie BBV een notitie overhead opgesteld waarin beschreven is wat wel en wat niet onder de overhead van gemeenten valt. Deze notie is als uitgangspunt gebruikt voor de bepaling van de overhead, zoals die aan het betreffende taakveld wordt toegerekend.   

Tarief VPB
Sinds 2016 zijn gemeenten voor een aantal activiteiten belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (vpb). Omdat het een belasting op de (fiscale) winst betreft worden de lasten centraal verantwoord en niet op de betreffende producten. In het belastingplan is opgenomen dat de eerste tariefschijf van de vennootschapsbelasting van 20% in 2018 verlengd wordt van € 200.000 naar € 250.000, in 2020 van € 250.000 naar € 300.000 en in 2021 van € 300.000 naar € 350.000. Voor winsten boven de eerste tariefschijf geldt een tarief van 25%.

Onvoorzien
Op grond van het BBV worden de gereserveerde middelen voor structureel onvoorzien apart zichtbaar gemaakt in de begroting. In de begroting is daarvoor een bedrag van €35.000 opgenomen.
In de meerjarenbegroting zijn geen cumulatieve bedragen opgenomen voor structureel onvoorzien.

Mutaties in de reserves
Op grond van het BBV worden de mutaties in de algemene- en bestemmingsreserves apart zichtbaar gemaakt in de begroting.
De mutaties in de reserves die een relatie hebben met een specifiek programma zijn opgenomen onder het desbetreffende programma zodat per programma een resultaat voor en na bestemming zichtbaar is.

ga terug